Een microscoop (Grieks - klein, uiterlijk) is een optisch apparaat om objecten te onderzoeken die niet zichtbaar zijn voor het blote oog en om hun vergrote afbeelding te krijgen.

We kennen dit apparaat allemaal van school, maar we denken niet dat hij de eerste microscoop heeft uitgevonden - dit onderwerp, dat een zeer belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van de wetenschap.

Wie heeft de microscoop uitgevonden? De exacte uitvinder van de microscoop is onbekend. Verschillende wetenschappers hebben geleidelijk bijgedragen aan de verbetering van het apparaat, dus het is noodzakelijk om verschillende namen te noemen die gerelateerd zijn aan de ontwikkeling ervan.

  1. Hans en Zachary Jansen - de glazenmaker en zijn zoon uit Holland waren de eersten die in 1509 de uitvinding van een microscoop aankondigden.
  2. Galileo Galilei - de volgende, aan wie deze titel kan worden toegewezen. Hij ontwierp de zogenaamde "okkiolino" - een samengestelde microscoop bestaande uit een convexe en concave lens in 1609.
  3. Cornelius Drebbel - bedacht het apparaat met twee bolle lenzen in 1709.
  4. Christian Huygens is een Nederlander die een oculairsysteem ontwikkelde met het vermogen om achromatisch te worden aangepast, wat een grote stap werd in de ontwikkeling van de microscoop. Het gebeurde in de late 1660's.
  5. Robert Hooke is een Engelsman, die ook zijn steentje bijdroeg door zijn eigen microscoop uit te vinden en te testen, nadat hij de kurk in 1665 had onderzocht.
  6. Anton Van Leeuwenhoek (1632-1723) - zijn productenmet de hand gemaakt, waren klein en niet erg handig om te gebruiken. Dankzij slechts één sterke lens kon het beeld echter tot in de kleinste details worden beschouwd, omdat de composietmicroscoop ontbrak - meerdere lenzen leidden tot een defect in het beeld. Levenguk heeft een enorme bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van het apparaat, maar toch kan hij zijn uitvinder niet worden genoemd.
Comments 0