Wat is de som van de hoeken van een driehoek?
Er is hier geen paradox - dit is de klassieke stelling van de euclidische meetkunde, die een duidelijk antwoord geeft op de vraag: wat is de som van de hoeken van een driehoek.
Deze stelling is al tienduizenden keren bewezen, maar de conclusie blijft ongewijzigd: de som van de hoeken van een willekeurige driehoek op het Euclidische vlak is 180 °.
De driehoek heeft altijd twee scherpe hoeken. De derde kan direct of bot zijn. Tegelijkertijd kan er in een driehoek geen rechte en stompe hoek zijn, twee rechte of twee stompe hoeken.
Uitgaande van de hoeken en zijden tegenover hen,driehoeken zijn gelijkzijdig, wanneer alle hoeken en zijden hetzelfde zijn; gelijkbenig als slechts twee hoeken en zijden tegenover deze hoeken gelijk zijn; veelzijdig, als alle hoeken en alle kanten verschillend van grootte zijn; gelijkzijdig of normaal, als alle zijden gelijk zijn, gelijk zijn en alle hoeken, en deze hoeken vormen elk 60 °.
Wat de driehoek ook is, de som van de hoeken kan, zoals eerder gezegd, niet meer of minder zijn dan 180 ° - dit cijfer blijft onveranderd in de geometrie.